top of page

Opinie: ‘Hartverwarmend, hoe men zich bekommert om mijn gezondheid als veganist’

Toegegeven, ook ik heb vroeger spareribs gegeten alsof mijn leven ervan afhing, want ik wist niet beter. Inmiddels staat het huilen me nader dan het lachen, schrijft Puck van Tussenbroek in deze lezersbrief.


Vragen die we niet stellen, zeggen soms meer dan vragen die we wel stellen. Pas sinds kort durf ik af en toe te vragen waarom mensen vlees eten, of waarom ze kaas eten. Tot op heden heb ik weinig diverse antwoorden gehoord, afgezien van ‘ik vind kaas gewoon te lekker’ en ‘ik vind het milieu wel belangrijk, maar het moet wel een beetje leuk blijven’.


Het bevragen van de norm blijkt wederom lastiger dan het bevragen van de afwijking ervan. Mijn keuze om veganistisch te gaan eten bleek namelijk een vrijbrief voor ondervraging, kritiek en het te pas en te onpas verantwoorden van de eigen keuzes van de vraagsteller (denk aan: ‘maar ik eet al heel weinig vlees’ en ‘mijn shampoo is ook al vegan’). Sommigen vinden dat ik ‘niet moet doorslaan’. Dat ik misschien wel reageer op een reeds doorgeslagen systeem komt in weinig mensen op. Hartverwarmend wel, hoe men zich bekommert om mijn gezondheid. Onder het genot van een biertje wijst men me erop dat ik ‘wel echt vitamine B12 moet gaan slikken, hoor’.

Ook in de politiek blijft minder vlees eten te omstreden. De stilte op rechts is oorverdovend. Het is overduidelijk dat we nu actie moeten ondernemen tegen klimaatverandering door toedoen van de mens. Hoewel ‘het milieu’ in veel sociale kringen het ‘juiste antwoord’ blijkt op de vraag waarom je geen dierlijke producten eet, is het in de politiek blijkbaar nog niet genoeg. Dierenwelzijn telt blijkbaar helemaal niet mee.


Ik vraag me af hoelang het nog gaat duren voordat we een kritische, serieuze en misschien wel fundamentele discussie kunnen voeren over hoe we ons positioneren ten opzichte van de natuur en andere dieren, en welke consequenties dat heeft. Een discussie die verder gaat dan ‘slachthuizen moeten beter gecontroleerd worden’.

Toegegeven, ook ik heb vroeger gelachen om de Partij voor de Dieren, toen ik nog spareribs at alsof mijn leven ervan afhing, want ik wist niet beter. Inmiddels staat het huilen me nader dan het lachen.

Het slachthuis in Epe mag gewoon weer open na de belofte dat ze ‘het slachttempo’ omlaag zullen brengen. Toch begin ik maar alvast met de status quo bevragen, dan hoef ik mijn kinderen later niet te vertellen dat ik niet beter wist. Bevraag eerst de norm, dan de afwijking. Wie weet komen we dan verder dan we denken.

Puck van Tussenbroek, Utrecht

1 weergave0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

コメント


bottom of page