top of page

Stikstofhuiswerk moet over

Modellen voor het berekenen van stikstofdepositie houden te weinig rekening gehouden met andere bronnen van ammoniak dan de landbouw, blijkt uit een recente studie in Nature. Volgens de onderzoekers hebben de uitkomsten van de studie grote gevolgen voor voor de huidige maatregelen om de stikstofdepositie te verminderen.



De uitstoot van reactieve stikstof naar de lucht bestaat voornamelijk uit ammoniak (NH3) en stikstofoxiden (NOx). Omgerekend naar elementaire stikstof (N) is de bijdrage van ammoniak 65% en die van stikstofoxiden 35%. Verreweg de meeste ammoniak – ongeveer 87% is afkomstig uit de landbouw. Althans volgens gegevens van het CBS, dat zich weer baseert op de Nationale Emissie Registratie.


Een internationale groep onderzoekers, geleid door de School of Earth Sciences van de Tianjin Universiteit in China zet grote vraagtekens bij die conclusie. Naast de uitstoot van ammoniak uit de landbouw door vervluchtiging uit mest en bodem (v-NH3), komt er ook ammoniak vrij bij de verbranding van steenkool en biomassa (c-NH3). Ook de selectieve katalytische reductie van de uitlaatgassen van dieselmotoren met ureum, maakt van het wegverkeer een bron van ammoniak.


Isotopen

Dat er andere bronnen van ammoniak zijn dan mest, is al langer bekend onder meer uit laboratoriumonderzoek, metingen ter plekke en satelliet metingen. Alleen is de bijdrage van die andere bronnen tot nu toe zwaar onderschat, mede omdat die lastig is te berekenen. Zowel in de atmosfeer als bij de depositie van ammoniak in natuurgebieden heb je altijd te maken met een mix van ammoniak uit de landbouw en uit andere bronnen. De onderzoekers hebben dat weten op te lossen door te kijken naar de verhouding tussen verschillende isotopen van stikstof (N14 en N15) en die verhouding verschilt tussen de verschillende bronnen.


Via deze tamelijk ingenieuze methode slagen de onderzoekers erin om een – naar eigen zeggen – robuust onderscheid te maken tussen ammoniak uit de landbouw en ammoniak uit andere bronnen. De bijdrage van die andere bronnen in het totaal van de ammoniak bedraagt voor Europa 44 + 19%, ofwel iets tussen de 25 en 63%. Ook de laagste schatting is dus een stuk meer dan de 13% uit de nationale emissie registratie. Daarmee is overigens niet gezegd dat de boeren nu op hun lauweren kunnen gaan rusten. Wel vinden de onderzoekers dat de kosten en de impact van maatregelen om de ammoniakuitstoot te verminderen opnieuw bekeken moeten worden en dat er stappen moeten worden gezet om de druk op de landbouw te verlichten.


Foto boven: Ammoniak meten in de stal, foto Melkvee

Figuur: Relatieve (a) en absolute (b) bijdragen van ammoniak uit de landbouw (v-NH3) en uit andere bronnen (c-NH3) voor Oost-Azie, Noord-Amerika en Europa. Bron Nature Communications, https://doi.org/10.1038/s41467-022-35381-4




Bron : https://www.vork.org/nieuws/stikstofhuiswerk-moet-over/

2 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Commenti


bottom of page