Over 30 jaar staan er alleen nog knuffelkoeien in de wei tussen de wilde bloemen. Voor vlees hebben we het dier niet meer nodig. Vivera, marktleider bij de vleesvervangers, denkt echt dat het kan.
De cijfers geven Vivera-ceo Willem van Weede vooralsnog gelijk. De markt voor vleesvervangers groeide vorig jaar met 20 procent, volgens ABN Amro. ,,Vivera met bijna 30 procent, gemeten over heel Europa. In 2020 hadden we 85 miljoen euro omzet. Dit jaar gaat die ruim over de 100 miljoen euro heen. De voorspellingen zijn steeds dat de groei wel zal afvlakken en steeds moeten die naar boven worden bijgesteld.’’
Vivera is pionier bij de vleesvervangers. Het bedrijf in Holten sleutelt al dertig jaar aan de perfecte bite, smaak en voedingswaarde. Op de parkeerplaats bij de fabriek ruikt het naar gebakken vlees. Binnen wordt slechts een snelle blik op de productie gegund. De fabriek draait overuren in aanloop naar de landelijke Week zonder Vlees, van 8 tot 15 maart. Dan wordt er tweeënhalf keer zoveel verkocht als gewoonlijk. En de angst dat corona de productie verstoort is groot. ,,Dat velletje van de braadworst hebben we gemaakt van algen, dat kan natuurlijk niet met varkensdarm.’’ Productontwikkelaar Robin Haakmat prikt in de producten die hij zojuist heeft gebakken. Een kipschnitzel, hamburger, worst, shoarma, gehakt, een steak, het hele slagersassortiment is ook in de vegetarische variant te krijgen. Gemiddeld duurt het een halfjaar voordat een nieuwe variant op de markt komt. De steak waar het bloed (bietensap) uitloopt als je het mes erin zet, duurde langer. De productontwikkelaars broeden nu op ‘iets waarop je kunt kluiven’. Een drumstick zonder plofkipleed met misschien een bamboestokje als botje.
De basis voor al het nepvlees is hetzelfde: sojabonen die in de fabriek zo worden bewerkt dat het dierlijk eiwit lijkt. Haakmat: ,,De vezelstructuur, hoe het vlees in je mond voelt, maken we door soja bijvoorbeeld onder hoge druk te brengen. Kruiden en specerijen maken de smaak.’’ Een extra stevige bite? Gebruik meer methylcellulose. Dat komt uit pulp uit de celwanden van planten. Die hulpstof wordt trouwens ook gebruikt in de vleesindustrie; het zit ook in een ‘echte’ hamburger.
Flexitariër
Dertig jaar geleden kwamen de eerste groenteburgers op de markt. Ze lagen bij de slager in de vitrine, voor die sporadische vegetariër aan tafel. Tegenwoordig is ongeveer de helft van de Nederlanders flexitariër; niet elke dag meer vlees, maar een paar keer per week vleesvervanger. Volgens de jongste Vegamonitor van Natuur & Milieu ziet 55 procent van de Nederlanders zich nog als echte vleeseter; een jaar eerder was dat nog 59 procent. Uit dat onderzoek blijkt ook dat mensen onder de 40 elke dag vlees eten niet meer van deze tijd vinden. En nog maar een op de drie Nederlanders vindt een maaltijd zonder vlees niet compleet.
Er zijn tientallen producten op de markt en supermarkten spelen in op de groeiende vraag. In 2020 werd volgens marktonderzoeker NielsenIQ voor 193 miljoen euro aan vleesvervangers gekocht, 30 procent meer dan in 2019. Vorige week nog werd het assortiment van Vivera in de AH-supermarkt verruimd van zes naar veertien soorten. Ook de grote hamburgerketens hebben vegetarische varianten. Vivera levert sinds kort kipnuggets aan de Britse Domino’s Pizza en verwacht dat er meer fastfoodketens volgen.
Volgens ceo Van Weede groeit het aandeel vleesvervangers zo hard omdat mensen veel meer nadenken over het milieu, klimaat en de eigen gezondheid. ,,Een kilo vlees zorgt voor 20 tot 30 kilo CO2-uitstoot. Een kilo sojabonen voor één kilo CO2.’’
Nieuwe klanten
Vlees is voor het milieu niet best, maar volgens veel mensen wel lekker. Die bite en de smaak van echt vlees is steeds beter na te bootsen. De vegetarische eiwitproducten blijven wel op vlees lijken: gehakt, steaks, schnitzels, worst; het is er allemaal. Want, zo redeneert de industrie, dan blijft de kookbeleving hetzelfde. Je kunt nog steeds de standaard warme maaltijd aardappelen, groente, vlees(vervanger) op tafel zetten. En dat is belangrijk om nieuwe klanten te krijgen.
Van Weede: ,,Het nieuwe vlees noemen wij het. Het bewustzijn de van de consument over intensieve veeteelt groeit. En onze producten zijn veel lekkerder geworden. Het verschil met vlees is veel kleiner geworden. Mensen zijn verrast als ze het proeven. We denken dat er echt een kantelpunt komt, dat onze producten mainstream worden, vooral bij een klimaatbewuste jongere generatie. Het is lekker, verantwoord en je hoort erbij als je dit eet.’’
De prijs van de vleesvervangers is nog wel een belemmering. ,,Maar onze industrie maakt een schaalvergroting door met meer efficiency en scherpere prijzen. Misschien dat een vleestax ook zou helpen; het produceren van vlees is te goedkoop als je ziet wat de impact op onze planeet is.’’
Ander nepvlees Vivera is in volume de grootste maar zeker niet de enige nepvleesmaker. Andere grote producenten zijn De Vegetarische Slager (dat samenwerkt met Burger King) en Beyond Meat (ook te koop bij McDonald’s). Dan is er nog Mosa Meat, een spin-off van de Universiteit Maastricht. Mosa Meat wil commercieel vlees gaan kweken. Uit enkele cellen van levende dieren maken ze echt vlees, zonder dierenleed. Het bedrijf heeft nog geen producten, maar komt geregeld in het nieuws. Een paar weken geleden werd bekend dat topman Jitse Groen van de beursgenoteerde maaltijdbezorger Just Eat Takeaway investeert in het kweekvleestechnologiebedrijf. Hoeveel geld de oprichter van Thuisbezorgd.nl precies in het bedrijf steekt, is niet bekend. Ook veevoergigant Nutreco steekt geld in Mosa. Het bedrijf haalde bij de laatste investeringsronde 70 miljoen euro op.
Comments